IRM creëert systeemkenmerken waardoor meervoudig gebruik mogelijk blijft
De ambitie van het nieuwe rivierenbeleid is te komen tot een toekomstbestendig rivieren- gebied dat als systeem goed functioneert en meervoudig bruikbaar is.
Het beoogde, toekomstbestendige riviersysteem is het geheel van fysieke/fysische, chemische en biologische kenmerken, dat zichzelf hydro-morfologisch en ecologisch zoveel mogelijk op basis van natuurlijke processen in stand houdt. Doel van IRM is om systeemkenmerken te verbeteren om de rivierfuncties zoveel mogelijk te blijven faciliteren en in lijn te blijven met (internationale) wet- en regelgeving.
De vijf rivierfuncties waarop IRM zich richt zijn: (1) waterafvoer (ten behoeve van bescherming tegen overstromingen), (2) zoetwaterbeschikbaarheid en drinkwatervoorziening, (3) natuur en ecologische waterkwaliteit, (4) bevaarbaarheid en (5) regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. In fase 1 wordt uitwerking gegeven aan maatregelen met betrekking tot de afvoer- & bergingscapaciteit en de rivierbodemligging & sedimenthuishouding.
De opgave om de benodigde systeemkenmerken voor deze rivierfuncties te realiseren wordt zonder ingrepen steeds groter vanwege de bodemerosie en de klimaatverandering. Structurele maatregelen zijn daarom nodig. Het Programma IRM voorziet daarom in:
-
Twee nieuwe beleidsdoelen over de fysieke inrichting van het rivierengebied en twee beleidskeuzes die duidelijk maken op welke manier de doelen gerealiseerd worden. De beleidskeuzes zijn mede gebaseerd op beslisinformatie uit de plan milieu-effectrapportage (planMER) en de verdere uitwerking van de beleidskeuzes vindt plaats in afstemming met ruimtelijke beleidsprogramma’s en met aan de rivier en het hoofdwatersysteem gerelateerde beleidsprogramma’s. De (lopende) pilotprojecten zoals de Gelderse Poort, Vierwaarden, IJssel-Vechtdelta en Zuidelijk Maasdal leveren nu al een bijdrage aan het realiseren van deze beleidskeuzes.
-
Inzicht in de ruimtelijke consequenties van de beleidskeuzes. Duidelijk is dat het ruimtebeslag dat nodig is om alle functies in het hele rivierengebied te faciliteren groter is dan de huidige beschikbare ruimte buitendijks.
-
Een adaptieve aanpak tot 2050, die op basis van voortschrijdend inzicht over maatregelen en ontwikkelingen (zoals klimaatverandering en watervraag) periodiek wordt bijgesteld. De in oktober 2023 uitgebrachte nieuwe Klimaat- en Deltascenario’s zijn daarbij belangrijke herijkingsdocumenten en worden gebruikt bij de verdere uitwerking van de beleidskeuzes in de komende jaren. Het programma IRM werkt met een zesjaarlijkse cyclus met actualisatie van de uitvoeringsstrategieën, parallel aan de herijking van de Deltabeslissingen.
-
Een routekaart waarin is opgenomen:
-
-
Hoe de verdere uitwerking eruitziet van de samenhangende beleidskeuzes om de IRM-doelen te kunnen realiseren. Tussenresultaten kunnen onder andere opgenomen worden in de tweede herijking van het Deltaprogramma (in 2026). De routekaart geeft richting aan de werkzaamheden:
-
-
Fase 1 van IRM wordt afgerond met het vaststellen van uitvoeringsstrategieën voor de schaalniveaus: Rijntakken, Maas en het nationale schaalniveau.
-
Fase 2 van IRM betreft de uitvoering van de maatregelen zoals die in de uitvoeringsstrategieën zijn opgenomen.
-
-
Een overzicht van de benodigde samenhangende inzichten en tussenresultaten. Opgebouwd uit onderzoeken, leerervaringen, projecten en activiteiten die bijdragen aan de twee beleidskeuzes.
-