Verklarende woordenlijst

Adaptief

Aanpasbaar naar aanleiding van nieuwe inzichten en ontwikkelingen, hierbij zicht houdend op het te bereiken einddoel (dat wellicht ook verandert in de loop van de tijd). Deze aanpassingen zijn wel ingebed in een degelijk afstemmings- en besluitvormingsproces.

Adaptatiepad

Stapsgewijze uitvoering (van onderzoeken, monitoring, ontwikkeling van samenwerkingsvormen) waarbij met regelmaat nagegaan wordt of inzichten (inhoud of proces) nog passen bij de doelen.

Afvoercapaciteit

De hoeveelheid water die een rivier kan afvoeren (in m3/s). Dit is een combinatie van het doorstroomprofiel (ruimte in het rivierbed in de breedte-, hoogte- en lengterichting) en het ruwheidsprofiel (de weerstand die het afstromende water ondervindt van de bodem, vegetatie en obstakels). Veranderingen daarin werken door in de afvoercapaciteit en beïnvloeden de waterstand bij hoogwater.

Alluviaal

Alluviaal is het losse materiaal dat als sediment door een rivier is afgezet. Een rivier is alluviaal als hij over zijn eigen afzettingen stroomt, waardoor erosie mogelijk is van materiaal dat elders weer wordt afgezet.

Areaal

Oppervlakte

AUM

Adaptieve Uitvoeringsstrategie Maas

De AUM is één van de bouwstenen van IRM. Het document geeft een helder beeld van de mogelijkheden voor waterstandsverlaging bij hoogwater. De ideeën en uitkomsten van de AUM worden betrokken in de uitwerking van het uitvoeringsprogramma van IRM voor de Maas.

Barro

Besluit algemene regels ruimtelijke ordening

Voorziet in de juridische boring van het nationaal ruimtelijk beleid. Het bevat regels die de beleidsruimte van andere overheden ten aanzien van de inhoud van ruimtelijke plannen inperken, daar waar nationale belangen dat noodzakelijk maken. Onder de Omgevingswet komen de regels uit het Barro terug in het Besluit Kwaliteit Leefomgeving

BKL

Besluit Kwaliteit Leefomgeving

Bergingscapaciteit

Het volume water dat geborgen kan worden tussen het maaiveld of het stuwpeil en het aanvaardbaar hoogste peil.

Bevaarbaarheid

De mate waarin de rivier is te bevaren.

Bevoegd gezag

Het bestuursorgaan dat dat in een bepaalde zaak bevoegd is om besluiten te nemen of beschikkingen af te geven.

BGR

Beleidslijn Grote Rivieren

De beleidslijn is gericht op het waarborgen van de veiligheid tegen overstromingen en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit. De beleidslijn heeft als doel de beschikbare afvoer- en bergingscapaciteit van het rivierbed van de grote rivieren te behouden en ontwikkelingen tegen te gaan die de mogelijkheid tot rivierverruiming door verbreding en verlaging feitelijk onmogelijk maken. De BGR bevat een beoordelingskader (de Beleidsregels grote rivieren) voor activiteiten in het rivierbed. Dit beoordelingskader wordt door Rijkswaterstaat gehanteerd bij het verlenen van watervergunningen. Het beoordelingskader is tevens opgenomen in het Barro en wordt van daaruit gebruikt bij toetsing van ruimtelijke plannen.

Binnendijks

BO Water

Aan de landzijde van dijk met de door de dijken beschermde gebieden. Voor het Maasdal ook de hoger gelegen gebieden buiten het stroomgebied van de Maas.

Bestuurlijk Overleg Water.

Het bestuurlijk overleg dat de Minister van Infrastructuur en Waterstaat viermaal per jaar voert met de bestuurders van de waterschappen, provincies, gemeenten, drinkwaterbedrijven, Rijkswaterstaat, de Regionale Bestuurlijke Overleggen (RBO’s), het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) en de Deltacommissaris.

Bodemdaling

Erosie van het zomerbed van de rivier die optreedt doordat er meer sediment in benedenstroomse richting wordt verplaatst of door de mens wordt onttrokken (baggeren/winning) dan er vanuit bovenstroomse richting binnenkomt.

Bodemerosie

Het proces van slijtage van de zomerbedbodem van de rivier waarbij sediment door het stromende water wordt verplaatst of geheel wordt meegevoerd waardoor de bodemligging daalt.

Bodemligging

Bodemhoogte van het rivierbed.

Bovenstrooms

Stroomopwaarts

BPRW

Beheer- en Ontwikkelplan Rijkswateren. Het BPRW is in 2022 opgegaan in het Nationaal Waterprogramma

Buitendijks

Cascade

Aan de kerende zijde van de dijk. Dat wil zeggen: de zijde waar het water van de rivier stroomt. Voor het Maasdal: het stroomgebied van de Maas.

Branchevereniging voor zand- en grindproducenten

CCR

Centrale Comissie voor de Rijnvaart

CEMT-klasse

De CEMT-klasse is een hulpmiddel om de afmetingen van vaarwegen voor vaarwegen in West-Europa op elkaar af te stemmen. Per klasse zijn de maximale afmetingen van een schip vastgelegd.

CHR

International Commission for the Hydrology of the Rhine basin

Deltacommissaris

De onafhankelijke regeringscommissaris voor het nationaal Deltaprogramma.

Doelbereik

 

Ecologische kwaliteit

Ecologische toestand van het oppervlaktewater, bestaande uit biologische kwaliteit, fysisch-chemische kwaliteit, en normen voor overige relevante verontreinigende stoffen.

Erosie

Erosie is de schurende werking van water, wind en ijs op het aardoppervlak.

Faalmechanismen

Een waterkering kan bezwijken als gevolg van verschillende faalmechanismen. Dat zijn processen die leiden tot het bezwijken van een dijk. Er wordt onderscheid gemaakt in vier hoofdfaalmechanismen: 1) overslag/overloop; 2) piping; 3) instabiliteit en 4) erosie.

Flessenhalzen

Vernauwingen in het rivierbed.

Gebruiksfuncties

Maatschappelijke en economische gebruiksfuncties die door watersystemen vervuld worden, zoals vastgesteld in het Nationaal Waterprogramma. De volgende functies worden genoemd: drinkwater, schelpdierwater, zwemwater, cultureel erfgoed, energie en verduurzaming, waterrecreatie, bouwgrondstoffen, kabels en leidingen, visstand en visserijbeheer, koel- en proceswater, landbouw.

Gestuwde trajecten

Trajecten van de rivier waar de waterstand door stuwen wordt bepaald.

Harde laag

Locatie in de rivier waar de bodem van nature bestaat uit materiaal wat niet erodeert, of door de mens is vastgelegd met steenbestortingen.

Hoofdwatersysteem

Watersystemen (rivieren, meren, delta, of kanalen) die in beheer zijn bij het Rijk.

Hoogwatergolf

Tijdelijk verhoogde waterstanden in een rivier (met een golfvorm) door een verhoogde rivierafvoer.

HWBP

Hoogwaterbeschermingsprogramma.

Hydraulische knelpunten

Beperkingen of obstructies in de doorstroming van een rivier, kan leiden tot verminderde efficiëntie en drukverlies.

Hydraulische ruwheid

Ruwheid van de rivierbodem die mede bepalend is voor de optredende stroomsnelheid en afvoercapaciteit. Het betreft zowel ruwheid van de kale bodem en oever (zand is minder ruw dan grind of stortsteen) als vegetatieruwheid (gras is minder ruw dan bos). Een ruwere bodem zorgt voor meer weerstand en dat leidt ertoe dat het water langzamer stroomt en de waterstanden hoger zijn.

Hydrodynamiek

Dynamiek in kwantiteit (duur, diepte en stromingscondities bij verschillende afvoerniveaus) en kwaliteit van het rivierwater en de daarin meegevoerde stoffen, waardoor flora en fauna beïnvloed worden.

ICBR

Internationale Commissie ter Bescherming van de Rijn.

IMC

Internationale Maas Commissie

IRM dashboard

Overzicht waarop - voor het programma IRM - doelbereik en voortgang op de systeemkeuzes kunnen worden gemonitord.

IRM

Integraal Riviermanagement. Programma waarin Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten de komende decennia aan een toekomstbestendig rivierengebied werken.

Klimaatpark IJsselpoort

Een samenwerking van gemeenten Arnhem, Duiven, Rheden, Westervoort en Zevenaar, Rijkswaterstaat als uitvoeringsorganisatie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, provincie Gelderland, Waterschap Rijn en IJssel en Natuurmonumenten. Samen werken zij vanuit één visie aan de opgaven in het Rivierklimaatpark.

KKBA

Kentallen Kosten-Baten Analyse.

KRW

Europese Kaderrichtlijn Water.

Kunstwerken

Door mensen gemaakt, meestal niet voor bewoning bestemd bouwwerk voor infrastructuur of waterstaat. Denk aan: bruggen, gemalen, sluizen, stuwen.

Langsdammen

Een dam die wordt geplaatst langs de stroomrichting van een rivier, kanaal of kustlijn om verschillende doelen te bereiken, zoals het beheersen van sedimentstromen, het verbeteren van de waterkwaliteit, het verminderen van erosie en het beschermen van oevers.

Maaswerken

Programma waarin de hoogwaterveiligheid en bevaarbaarheid van de Maas is verbeterd met dijkversterkings- en rivierverruimingsprojecten.

Maatschappelijke functies

Maatschappelijke functies die door watersystemen vervuld worden, zoals vastgesteld in de Waterwet. De volgende functies worden genoemd: Natura 2000-gebieden, drinkwaterbeschermingszones, zwemwaterlocaties, overige recreatieve activiteiten, wiswateren, schelpdierwateren (Waddenzee, Delta en Voordelta), scheepvaart.

Meanderende Maas

Project waarbij de dijk van Ravenstein tot aan de sluis bij Lith wordt versterkt, de Maas aan Gelderse en Brabanste zijde meer ruimte wordt gegeven en het gebied mooier en economisch sterker wordt gemaakt.

MIRT

Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport.

Mitigerende maatregelen

Maatregelen ter beperking van een (negatief) milieueffect.

Modal split

Vervoerwijzekeuze.

Morfodynamiek

Focust zich op de ruimtelijke veranderingen van structuren, waaronder oevers en bodems.

Natura 2000-gebieden

Europees netwerk van beschermde natuurgebieden op het grondgebied van de lidstaten van de Europese Unie, gebaseerd op de Habitatrichtlijn en Vogelrichtlijn.

Natuur en Waterkwaliteit

Ecologische kwaliteit van natuur (biodiversiteit) en water

Nevengeulen

Secundaire waterstromen die zich naast de hoofdstroom van een rivier vormen. Ze zijn een natuurlijk verschijnsel dat optreedt wanneer een rivier meandert of zich door een vlak terrein beweegt.

NNN

Natuurnetwerk Nederland.

Normaliseren

De loop en stroming van een rivier regelmatiger maken met ingrepen zoals afsnijden van bochten, aanleg van kribben en het stuwen en verdiepen van vaargeulen.

Nota Ruimte

De visie van het kabinet op de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland en de belangrijkste bijbehorende doelstellingen. De nieuwe Nota Ruimte is in ontwikkeling en wordt in 2024 verwacht.

NOVI

Nationale Omgevingsvisie.

Nota Reikwijdte en Doelbereik (NRD)

De Nota Reikwijdte en Doelbereik definieert de omvang en grenzen van het programma.

NURG

Nadere Uitwerking Rivierengebied. Programma van het Ministerie van IenW en LNV met als doel natuurontwikkeling en hoogwaterveiligheid.

NWP

Nationaal Water Programma.

PBL

Planbureau voor de Leefomgeving.

Ongestuwde trajecten

Riviertrajecten zonder stuwen die vrij afstromen.

Opslibbing

Het hoger worden van gronden door het achterblijven van slib na een overstroming.

Opstuwing

Het stijgen van de waterstand als gevolg van beperking van de afvoercapaciteit of obstakels.

Overstromingsvlakte

Het vlakke of nagenoeg vlakke land langs een rivier of beek dat bedekt is met water tijdens een hoogwater.

Plangebied

Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW)

Het deel van het rivierengebied waar de opgaven voor IRM liggen en waar, op basis van de gebiedsuitwerkingen, maatregelen genomen kunnen worden voor die opgaven.

Met de Programmatische Aanpak Grote Wateren werken de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) samen met regionale partijen aan toekomstbestendige grote wateren (Waddenzee en Eems-Dollard, IJsselmeergebied, Zuidwestelijke Delta en de grote rivieren) waarin goede ecologische waterkwaliteit en hoogwaardige natuur samengaan met een krachtige economie.

Passende Beoordeling

Als niet kan worden uitgesloten dat een plan of project

significante gevolgen heeft voor de wettelijke natuurdoelen, dan moet een Passende Beoordeling worden gemaakt. Daarin worden de effecten op de instandhoudingsdoelstellingen van Natura 2000-gebieden beschreven en beoordeeld.

Peilbeheer

De beheersing van het niveau van oppervlaktewater in een polder.

PlanMER

Milieueffectrapportage op planniveau

Programma IRM

Een Programma onder de Omgevingswet bevat een uitwerking van het te voeren beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud daarvan; en maatregelen om aan een of meer omgevingswaarden te voldoen of een of meer andere doelstellingen voor de fysieke leefomgeving te bereiken.

Referentiesituatie

Situatie waartegen de effecten worden afgezet.

Regionale watersysteem

Watersystemen (Kanalen en beken) of onderdelen daarvan die niet in beheer zijn bij het Rijk (hoofdwatersysteem).

Reserveringsgebieden Besluit Kwaliteit Leefomgeving

Retentie

Binnendijkse gebiedsreserveringen om ruimte voor water te waarborgen voor de lange termijn (voorheen Barro-reserveringen).

Tijdelijke opvang van water

Rivierbed

De bodem van een rivier waar al dan niet tijdelijk water stroomt. Het rivierbed kan variëren in breedte, diepte, vorm en materiaal, afhankelijk van verschillende factoren zoals de stroomsnelheid, het sedimenttransport en de geologische kenmerken van het gebied.

Rivierbeheer

Ontwerpen en beheren van riviersystemen.

Rivierengebied

Het rivierlandschap in Midden-Nederland, Limburg en Noord-Brabant bedoeld vanaf de plaats waar de Rijn en de Vecht vanuit Duitsland en de Maas vanuit België Nederland binnenstromen tot aan het IJsselmeergebied en de Zuidwestelijke Delta. Door dit gebied stromen de Rijn de Maas, de Overijsselse Vecht en het Zwarte Water met hun zijtakken.

Rivierfuncties

De verschillende functies van het riviersysteem. In het Programma IRM worden de doelen voor de volgende functies meegenomen Waterafvoer, Natuur en waterkwaliteit, Bevaarbaarheid, Zoetwaterbeschikbaarheid, Ruimtelijke (economische) ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.

Riviersysteem

Een rivier met alle zijtakken en zijwateren die direct door de rivier beïnvloed worden, begrensd door hoge gronden of bedijkingen die ervoor zorgen dat het achterliggende land niet overstroomt.

Riviertak

Zijtak of vertakking van een rivier.

Riviertraject

Het laagste schaalniveau waarop in IRM het rivierengebied in beeld wordt gebracht. Riviertrajecten variëren in lengte van minder dan 10 tot meer dan 50 km.

Regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit

De mate waarin een gebied zich ontwikkelt in ruimtelijke (functies) of economische zin en gewaardeerd wordt om haar kwaliteit.

RvdR

Ruimte voor de Rivier. Programma waarin de veiligheid, ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid van de Waal, IJssel en Nederrijn-Lek is verbeterd.

Sediment

Materiaal dat wordt getransporteerd door o.a. water. Voorbeelden zijn: grind, klei, zand, silt, lutum.

Sedimentsuppletie

Storten van sediment om bodemdaling tegen te gaan.

Sedimenthuishouding

Proces van erosie (meenemen van slib, zand en grind), transport en sedimentatie (deponeren van slib, zand en grind) als gevolg van de stroming van de rivier.

Service Level Agreement (SLA)

Hierin worden de prestatieniveaus van de infastructuur afgesproken met Rijkswaterstaat. De SLA heeft een looptijd van vier jaar.

Stormopzet

De waterstandsverhoging op zee of een meer ten gevolge van de door de storm op de watermassa uitgeoefende kracht.

Strang

Een eenzijdig aangetakte nevengeul van een rivier binnen een uiterwaard. 

Stroomminnende soorten

Planten- en diersoorten die thuishoren in stromend water.

Systeemconditie

De (na te streven) toestand van de rivier die maakt of de gewenste functies voldoende bediend kunnen worden. Denk aan stroomsnelheid, temperatuur, diepte, enz.

Systeemgericht denken

Het gehele riviersysteem in overweging nemen bij het denken over afzonderlijke onderdelen.

Systeemingrepen

Maatregelen in het rivierbed die een bepaalde systeemconditie helpen bereiken. Dit kan op riviersysteemniveau, riviertakniveau of riviertrajectniveau zijn.

Systeemwerkingsmaatregelen

Systeemingrepen in de Maasvallei, bedoeld om de ruimte in het rivierbed en de topvervlakkingscapaciteit te behouden, die verloren is gegaan door het vervallen van de overstroombaarheidseis van de primaire keringen in de Maasvallei.

Topvervlakking

Het vertragen van een hoogwatergolf en uitzakken van de top van een hoogwatergolf doordat deze via een breed winterbed langzaam afstroomt

Uiterwaarden

Gronden die gelegen zijn tussen een winterdijk en het zomerbed van een rivier. Het is de ruimte die de rivier nodig heeft om tijdelijke piekafvoeren op te kunnen vangen en af te voeren.

Uitvoeringsprogramma

Het uitvoeringsprogramma is een concretisering van de activiteiten en projecten die gepland staan in een periode. Het programma volgt uit de uitvoeringsstrategie en wordt jaarlijks geactualiseerd.

Uitvoeringsstrategie

Een langjarige, adaptieve, strategie waarmee uitwerking wordt gegeven aan het realiseren van de beleidsdoelen uit het Programma IRM. De uitvoeringsstrategie bestaat uit twee niveaus: (1) het (inter)nationale niveau (de randvoorwaarden voor het gehele rivierengebied), (2) het systeemniveau (riviersystemen Rijn en Maas). De uitvoeringsstrategieën Rijn en Maas worden elke zes jaar herijkt.

Verhang

Het relatieve hoogteverschil van een watergang, uitgedrukt in m/km (meter per kilometer, derhalve een promillage). Het absolute hoogteverschil heet verval.

Verhanglijn

Het verloop van de waterspiegel in de lengterichting. Het verhang uitgezet in functie van de lengte van de rivier. Bij een groot verhang snijdt een rivier zich in het landschap in. Bij een gering verhang gaat een rivier kronkelen of meanderen, waardoor het verhang meestal nog kleiner wordt.

Verplaatsingssnelheid van afvoergolven

Snelheid waarmee een hoogwater zich in de lengterichting van een rivier verplaatst

VNBM

Vlaams Nederlandse Bilaterale Maascommissie

Voorkeursstrategie

Onderdeel van het Deltaprogramma waarin gebiedsgerichte strategieën worden uitgewerkt die richting geven aan de maatregelen voor zeven gebieden in Nederland, waaronder het rivierengebied.

Vrij afstromend

Rivier of riviertraject zonder stuwen.

Wateroverlast

Verzamelterm voor schade, ongemak en ontreddering door hoge waterstanden ten gevolge van overvloedige neerslag en/of onvoldoende ontwatering.

Waterrobuust

Zodanig vormgeven en inrichten van de openbare ruimte, dat Nederland bestand is tegen het water: waterveiligheid, zoetwatervoorziening en ruimtelijke inrichting op orde.

Waterstandsneutraal

Verwijst naar een toestand waarin er geen netto verandering is in de waterstand van een rivier of waterlichaam. De inkomende en uitgaande stromen zijn in evenwicht.

Watersystemen

Een samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, watersystemen en bijbehorende kunstwerken.

Waterveiligheid

De mate waarin bewoners beschermd/veilig zijn tegen overstromingen/waterhoogte.

Weerden

Uiterwaarden langs de Maas.

Winterbed

Het gedeelte van de rivier dat in de winter onder water staat door het verlagen van bepaalde dijken.

Zandsuppletie

Aanvulling van de kustverdedigingsstrook met zand om kustachteruitgang te compenseren.

Zandvang

Plaatselijke verdieping in het rivierbed, waarin de rivier sediment achter laat.

Zomerbed

Gedeelte van het rivierbed, waarin altijd stromend water staat en die doorgaans in gebruik is als vaarweg voor de scheepvaart.

Zoetwaterbeschikbaarheid

De mate waarin voldoende zoet water beschikbaar is voor, bijvoorbeeld, drinkwater of koelwater.

Zoutindringing

Het binnendringen van zeewater in een waterloop of de grond.

Zouttong

Door indringing van zeewater via de grote rivieren kan in het kustgebied van Nederland het grond- en oppervlaktewater verzilten. Er ontstaat dan een zouttong, waarbij het zoute water onder het zoete water schuift.