Aanleiding
Het Rijk werkt samen met provincies, waterschappen en gemeenten aan een veilig, bevaarbaar, watersysteem met voldoende natuur, goede waterkwaliteit en ruimtelijke ontwikkeling. Deze rivierfuncties zijn niet los van elkaar te zien of op te lossen.
Ambitie en doelen
De ambitie van IRM is om te komen tot een toekomstbestendig rivierengebied dat als systeem goed functioneert en meervoudig bruikbaar.
Beoordeling alternatieven
Om invulling te geven aan de genoemde doelen worden in het IRM keuzes gemaakt over de beoogde afvoer- & bergingscapaciteit, bodemligging & sedimenthuishouding en natuurontwikkeling.
Het (richtinggevend) voorkeursalternatief
Mede op basis van de eerste resultaten van het MER (de beoordeling van de alternatieven), alsmede de KKBA (voor de alternatieven), is men gekomen tot een (richtinggevend) voorkeursalternatief.
Beoordeling (richtinggevend) VKA
Overwegend draagt het (richtinggevend) VKA in meer of mindere mate bij aan de vijf doelen (zie S.1 en S2).
Cumulerende effecten
In dit planMER zijn de beleidskeuzes voor bodemligging & sedimenthuishouding, afvoer- & bergingscapaciteit en natuurontwikkeling integraal beschouwd en beoordeeld.
Grensoverschrijdende effecten
Uit de keuzes over de bodemligging & sedimenthuishouding, afvoer & bergingscapaciteit en natuurontwikkeling in Nederland vloeien naar verwachting geen grensoverschrijdende milieueffecten voort in België of Duitsland die de uitvoerbaarheid van het
Aandachtspunten voor het vervolg
Hierna zijn de belangrijkste aandachtspunten voor het vervolg toegelicht.
Onzekerheden, leemten in kennis en aandachtspunten voor monitoring en evaluatie
Het ontwerp Programma IRM heeft een agenderend karakter en kent een hoog schaal- en abstractieniveau. Dit milieueffectrapport heeft daarom ook een agenderend karakter en een hoog schaal- en abstractieniveau.