Het plangebied

IRM werkt als programma vanuit systeemdenken en daarmee is het regionale systeem onlosmakelijk onderdeel van de riviersystemen Maas en Rijn. Het programma richt zich primair op het hoofdsysteem.

Het plangebied is desondanks scherper gedefinieerd. Het gaat over een specifiek deel van het hoofdwatersysteem: een deel van de Rijn en Maas. Dat wordt ook wel het plangebied genoemd. Het plangebied is het gebied waar de opgaven voor IRM liggen en waar, op basis van de gebiedsuitwerkingen, maatregelen genomen kunnen worden voor die opgaven. IRM richt zich op de riviersystemen Maas en Rijn en hun onderlinge samenhang. Zo vormen het Nederlandse deel van de volgende wateren het plangebied van IRM:

  • De Maas vanaf de grens tot Geertruidenberg, inclusief de afgedamde Maas.

  • De Boven-Rijn, Waal en Boven-Merwede vanaf de Nederlandse grens tot aan de splitsing van de Beneden-Merwede en Nieuwe Merwede bij Boven Hardinxveld-Werkendam.

  • Het Bijlandsch en Pannerdensch Kanaal, de Nederrijn en Lek tot Schoonhoven.

  • De IJssel en het Reevediep tot het Ketelmeer en Vossemeer.

  • De Overijsselse Vecht vanaf Varsen tot het Zwarte Water.

  • Het Zwarte Water vanaf de Keersluis Zwolle tot het Zwarte Meer.

Het programma richt zich dus primair op het hoofdsysteem, waarbij de invloed van het hoofdsysteem op het regionale systeem en andersom expliciet onderdeel zijn van de effectbeoordeling en daarmee van de gemaakte keuzes. Bij de uitwerking van het uitvoeringsprogramma’s is de opdracht om vanuit het riviersysteem (Maas en/of Rijn) te ontwerpen en het regionale watersysteem en de kanalen in de afweging en effectbeoordeling te betrekken.

Met de geografische begrenzing in de breedte van het riviersysteem wordt pragmatisch omgegaan. In ieder geval bevat dit het zomerbed en het stroomvoerend en bergend winterbed en de (binnendijkse) Reserveringsgebieden Besluit Kwaliteit Leefomgeving (voorheen genaamd Barro-reserveringen).

Het beïnvloedingsgebied van IRM strekt zich verder uit dan het rivierengebied zelf en beslaat naast het regionale watersysteem en de kanalen ook het IJsselmeer (inclusief noordelijke provincies die van de zoetwatervoorraad afhankelijk zijn) en de Hoge Zandgronden (via het grondwater).