Verantwoording paragraaf ruimtelijke consequenties

Het realiseren van alle riviergeboden opgaven leiden tot een bepaald ruimtebeslag en/of tot waterstandsverhoging die gecompenseerd moet worden. Om de vraag te beantwoorden of het realiseren van de IRM-opgaven tot 2050 passen binnen het huidige rivierbed of dat op bepaalde plekken er binnendijkse ruimte gezocht moet gaan worden, is figuur 4 (Gevolgenkaart hoge waterafvoeren) opgesteld. Dit kaartbeeld is daarmee agenderend.

Dit kaartbeeld is opgebouwd door de onderstaande opgaven veroorzaakte waterstandsverhogingen bij elkaar op te tellen:

  • De opgave voor natuur en ecologische waterkwaliteit. Het compenseren van de waterstandsverhoging die het gevolg is van de ecotoopverandering (2 – 25 cm);

  • Compensatie van het hoogwaterstandseffect van een verhoogde rivierbodemligging in het splitsingspuntengebied van de Rijntakken (3 – 14 cm);

  • Het deel van de systeemopgave Maas dat nog moet worden gerealiseerd (0 – 7 cm);

  • Ruimte voor het opvangen van de klimaatopgave (waterstandsverhoging als gevolg van een hogere rivierafvoer) door middel van rivierverruiming (15 – 40 cm);

  • Compensatie van dijkversterkingen die aan de rivierzijde worden gerealiseerd en daardoor ruimte aan het rivierbed onttrekken (2 cm);

  • Riviergebonden gebiedsontwikkelingen (0 – 2 cm);

  • Beheerruimte ten behoeve van een robuust riviersysteem (1 – 5 cm).

Hoeveel ruimte het kost om centimeters waterstandsverlaging te realiseren verschilt per riviertraject. Op basis van expert judgement is per riviertraject bepaald of bovenstaande optelsom van waterstands- verhogingen gecompenseerd kan worden binnen het bestaande rivierbed of dat hiervoor binnendijkse ruimte nodig zal zijn.

Een aandachtspunt bij dit kaartbeeld is dat de ruimtevraag van de diverse opgaven zelf niet kwantitatief gemaakt zijn en zijn ingetekend. Bijvoorbeeld, het realiseren van de PAGW-opgaven in een viertal hotspots zal ruimte vragen. Dit kan buitendijks of binnendijks op diverse manieren gerealiseerd worden door middel van functieverandering van bestaand landgebruik. Echter hierover is op dit moment nog te weinig bekend om dit al kwantitatief op te nemen in het kaartbeeld. In riviertrajecten waar dit speelt, is dit wel kwalitatief in de beoordeling meegenomen.