Opgave van IRM: systeemkenmerken realiseren voor toekomstbestendig rivierengebied

Veel ambities en doelen voor de rivieren zijn ontwikkeld via sectoraal beleid met voor dat sectoraal beleid maximaal doelbereik. Zoals hiervoor is geschetst is de verwachting dat dit nu en in de toekomst in toenemende mate niet meer gefaciliteerd kan worden. Sommige (huidige) sectorale doelen kunnen strijdig met elkaar zijn omdat maatregelen voor de ene functie negatieve gevolgen kunnen hebben voor de andere rivierfunctie.

De opgave is om via (integrale uitwerking van) beleidskeuzes de systeemkenmerken van het riviergebied zodanig aan te passen dat de rivier ook in de toekomst als systeem goed functioneert bij hoog- én bij laagwater. De bijbehorende ambitie is:

Een toekomstbestendig rivierengebied dat als systeem goed functioneert en meervoudig bruikbaar is.

Toekomstbestendig, omdat er voor het riviersysteem wordt toegewerkt naar 2050 met een doorkijk met verwachte ontwikkelingen tot 2100 en vanuit het besef dat de ruimte niet onuitputtelijk is. Daarom wordt gekeken naar oplossingen die langdurig functioneel blijven (voorkomen van kapitaalvernietiging). Het is een goed functionerend riviersysteem als het uiteindelijk in staat is veranderingen te verwerken zonder dat het meteen tot extra maatregelen leidt. Meervoudig bruikbaar, doordat de beoogde doelen voor de vijf rivierfuncties (waterafvoer, zoetwaterbeschikbaarheid en drinkwatervoorziening, natuur en ecologische waterkwaliteit, bevaarbaarheid, en regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit) zoveel mogelijk worden behaald door het functioneren van het systeem zelf (en dus maar beperkt middels ingrepen), waarbij beheer op een duurzame wijze georganiseerd en gerealiseerd kan worden. De ambitie is wel dat verdere achteruitgang op de rivierfuncties wordt voorkomen en dat behoud en versterking van de rivierfuncties wordt nagestreefd.

Het Programma IRM legt vast wat nodig is om het riviersysteem zo goed mogelijk te laten functioneren om daarmee ruimte te bieden aan de functies. Het programma legt op twee inhoudelijke onderwerpen doelen vast (zie paragraaf 2.6) en maakt daarin keuzes (paragrafen 3.1 en 3.2) om de ambitie van IRM te realiseren.