Onderbouwing van het Programma IRM
Om het verwachte doelbereik van de beleidskeuzes te kunnen beoordelen is een MilieuEffectRapportage (een planMER), een kengetallen kosten-batenanalyse (KKBA) en een Passende Beoordeling (PB) op hoofdlijnen opgesteld passend bij de fase van IRM waarin het programma is opgesteld. In de Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD, januari 2020) staan de kaders van de onderzoeken weergegeven.
In de planMER is informatie gegenereerd als onderbouwing voor de beleidskeuzes door drie onderzoeksalternatieven en een richtinggevend voorkeursalternatief te ontwikkelen en te beoordelen op doelbereik en (milieu)effecten. De Passende Beoordeling is opgesteld om mogelijke gevolgen van het richtinggevende voorkeursalternatief voor Natura 2000-gebieden in beeld te brengen. In deze documenten staan conclusies op hoofdlijnen en aanbevelingen voor het vervolg. Uit de planMER en de Passende Beoordeling blijkt dat het resultaat van de beoordeling van het doelbereik, de milieueffecten en de gevolgen voor Natura 2000-doelstellingen de uitvoerbaarheid van het richtinggevend voorkeursalternatief niet in de weg staan.
Bij het opstellen van de NRD was het uitgangspunt dat in het programma ook de locaties en type maatregelen om de beleidskeuzes te realiseren zouden worden vastgelegd. Na een herijking in 2022 is besloten om in het programma geen maatregelen op te nemen, omdat het niet haalbaar bleek om integrale maatregelpakketten voor het gehele rivierengebied samen te stellen en te onderzoeken. De onderbouwende beslisinformatie in de effectbeoordeling is wel op het niveau van concrete beleidsbeslissingen (centimeters bodemverhoging en waterstandsverlaging ten opzichte van de referentie) uitgevoerd. Het programma is uiteindelijk een meer richtinggevend, meer abstract besluit, als tussenstap naar een meer concreet besluit inclusief (type) maatregelen. De reden daarvoor is dat er meer onderzoek nodig is om te komen tot concrete beleidsbeslissingen en bijbehorende maatregelpakketten.
De richtinggevende stap die nu wordt gezet, inclusief het stoppen met ontgrondingen in het zomerbed en het toevoegen van sediment, past binnen de bandbreedte die onderzocht is in de planMER. Bij het maken van vervolgkeuzes is het richtinggevend voorkeursalternatief uit de planMER leidend en zal worden bezien in hoeverre een aanvullende milieubeoordeling noodzakelijk is op rivier- of riviertak- niveau. Daarbij zal tevens een passende procedure moeten worden vastgesteld, waarbij rekening gehouden wordt met de wettelijke eis dat samenhangende activiteiten ook in samenhang in een milieueffectrapportage beschouwd moeten worden.
Bij de uitwerking van beleidskeuzes wordt zo een ‘vinger aan de pols’ gehouden en aanvullend milieuonderzoek uitgevoerd indien nodig. Bij daadwerkelijke verkenning of planuitwerking van uitvoeringsmaatregelen wordt milieuinformatie betrokken zoals gebruikelijk.
Om ervoor te zorgen dat dit ook in de volgende fase op een juiste manier gebeurt zijn de hiervoor benodigde inspanningen verwerkt als uitwerking van de routekaart (zie hoofdstuk 4 voor de routekaart en bijlage 5 voor de aanbevelingen). De planMER is onderdeel van de terinzagelegging.