Aandachtspunten voor monitoring en evaluatie
Een programmatische aanpak biedt de mogelijkheid om de langetermijn doelen te stellen en gaandeweg via projecten en andere inspanningen aan deze doelen te werken. Rijk en regionale partners werken samen en monitoren samen de voortgang. Door zowel doelbereik als voortgang op de systeemkeuzes op te nemen in een dashboard, zie onderstaand figuur als concept, kan adaptief worden bijgestuurd op beide aspecten.
Figuur 10‑4 Monitoring doelbereik
Dit is nodig gezien de lange termijn en de bijbehorende onzekerheden. De inhoud van dit document is op zichzelf al een belangrijke stap in de ontwikkeling van meer samenhangend, gebiedsgerichte samenwerken tussen overheden en andere partijen, waarbij de doelen voor het gehele riviersysteem leidend zijn.
Waar nodig zal flexibel ingespeeld moeten worden op wisselende omstandigheden. Dit kan leiden tot periodieke herijking van het programma. Te doorlopen vragen bij de monitoring zijn:
-
Worden doelen gehaald? En passen de nog te nemen besluiten nog binnen de reikwijdte van het planMER?
-
Welke belangrijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden sinds de vorige check?
-
Passen de (gecumuleerde) effecten binnen acceptabel geachte grenzen?
-
Is aanvullend beleid of zijn aanvullende maatregelen nodig om aan de doelen te voldoen of om (gecumuleerde) gevolgen acceptabel te houden?
-
Moeten ambities en/of opgaven bijgesteld worden? Voor de thema’s natuur en waterkwaliteit ligt het voor de hand dat wordt aangesloten bij monitoring en evaluatie die in het kader van de programmatische aanpak grote wateren wordt uitgevoerd.
Er zijn instrumenten beschikbaar die kunnen dienen als basis voor monitoring. Bijvoorbeeld het instrument ‘’toets op de rivier’’ waar periodiek de hoogwaterstanden gemonitord worden. Ook kan de effectmethodiek die is gebruikt voor de referentiesituatie (het nulalternatief) door Deltares verder doorontwikkeld worden. Er is echter nog sprake van kennisleemtes en noodzakelijke verbreding / doorontwikkeling om monitoring op alle IRM-doelen en het gewenste abstractieniveau mogelijk te maken. De wijze van monitoren zal daarom pas worden beschreven in de werkplannen voor de eerste fase van het Programma IRM.