Regionale economische ontwikkeling met de versterking van de ruimtelijke kwaliteit
Onder het IRM doel regionale ontwikkeling met versterking van de ruimtelijke kwaliteit vallen de aspecten regionale economische ontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit.
Ruimtelijke ontwikkeling
Deze paragraaf beoordeelt de effecten van het (richtinggevend) voorkeursalternatief voor ruimtelijke ontwikkeling ten opzichte van de referentiesituatie. Indien van toepassing wordt ook een onderscheid gemaakt in de verschillende deeltrajecten.
Het (richtinggevend) voorkeursalternatief zorgt voor verhoging van het bodemniveau in het zomerbed en een verlaging van de waterstand ten behoeve van de klimaatopgave. Het verlagen van de waterstand wordt onder andere gerealiseerd door de aanleg van nevengeulen en de verlaging van uiterwaarden. Dit biedt mogelijkheden voor herontwikkeling van de uiterwaarden. Deze ontwikkelingen creëren daardoor mogelijkheden voor het combineren van functies. Zo ontstaan er kansen voor de ontwikkeling van nieuwe gebieden met nieuwe waarden zoals recreatieve en landschappelijke waarden. Nevengeulen kunnen ook bijdragen aan de ontwikkeling van rivier-gebonden bedrijfsontwikkeling. Het stopzetten van sedimentonttrekking vindt alleen in het zomerbed plaats. Dit heeft geen impact op de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling.
Per traject worden ook mogelijk bestaande buitendijkse Barro reserveringen aangesproken, die worden ingezet voor rivierverruiming. Dit biedt kansen voor herontwikkeling van deze gebieden, wat weer mogelijkheden voor het combineren van functies biedt. Zo ontstaan ook hier mogelijkheden voor de ontwikkeling van nieuwe natuurgebieden en kunnen recreatieve waarden worden toegevoegd aan de uiterwaarden.
Het verschilt per traject of er bestaande binnendijkse Barro reserveringen, danwel nieuwe binnendijkse reserveringen benodigd zullen zijn om te komen tot waterstandsverlaging (omdat dit afhankelijk is van de opgave in relatie tot de beschikbare ruimte buitendijks). Per traject kan ook het streefniveau voor de bodem verschillen. Onderstaand wordt per deeltraject ingezoomd op de verschillende deeltrajecten, de mate waarin de Barro-reserveringen aangesproken worden en de impact daarvan op regionale economische ontwikkeling.
Boven-Rijn/Waal/Boven-Merwede
In dit deeltraject wordt voor benodigde waterstanddaling in de Merwede en de Midden-Waal mogelijk reeds bestaande binnendijkse Barro reserveringen aangesproken, die worden ingezet voor rivierverruiming. Dit biedt mogelijkheden voor herontwikkeling van deze gebieden.
Ook wordt 100% van de PAGW-opgave gerealiseerd. Dit biedt mogelijkheden voor herontwikkeling en daarmee regionale economische ontwikkeling van deze gebieden.
Nederrijn/Lek
In dit deeltraject zijn de veranderingen beperkter dan de op de andere deeltrajecten. De benodigde ruimte voor rivierverruiming is in dit deeltraject veel beperkter. Hierdoor is de impact op de regionale economische ontwikkelingen beperkt.
Pannerdensch Kanaal/IJssel//Vecht/Zwarte Water
In dit deeltraject worden in de IJssel mogelijk bestaande binnendijkse Barro reserveringen aangesproken en zal mogelijk gezocht worden naar nieuwe binnendijkse reserveringen. Dit biedt meer mogelijkheden voor herontwikkeling van deze gebieden.
Ook hier wordt 100% van de PAGW-opgave gerealiseerd. Dit biedt mogelijkheden voor herontwikkeling en daarmee ruimtelijke ontwikkeling van deze gebieden.
Maas
In dit deeltraject worden in de Maas mogelijk bestaande binnendijkse Barro reserveringen aangesproken en zal mogelijk gezocht worden naar nieuwe binnendijkse reserveringen. Dit biedt ook hier meer mogelijkheden voor herontwikkeling van deze gebieden. In dit deeltraject wordt 100% van de PAGW-opgave gerealiseerd. Ook dit biedt mogelijkheden voor herontwikkeling en daarmee ruimtelijke ontwikkeling van deze gebieden.
Al de bovenstaande aspecten gewogen, gaan de kansen voor regionale economische ontwikkelingen in het rivierengebied bij het (richtinggevend) voorkeursalternatief omhoog. Per deeltraject zijn de kansen wel verschillend. Hierdoor komt de beoordeling van de Nederrijn/Lek op (0) en op de overige trajecten op een (++).
Ruimtelijke kwaliteit
Deze paragraaf beoordeelt de effecten voor het onderwerp ‘’ruimtelijke kwaliteit’. Voor het hele systeem en per deeltraject wordt bekeken wat de ontwikkelingen uit het (richtinggevend) voorkeursalternatief betekenen.
In alle trajecten zullen de extra buitendijkse rivierverruiming, de aanleg van nevengeulen en de grootschalige uiterwaardverlaging een groot deel van het bestaande gebied omvormen. Bij deze locaties ontstaan mogelijk nieuwe natuurgebieden met recreatiemogelijkheden. Hier kan de belevingswaarde van de rivier toenemen door de aanleg van wandelpaden die het zicht over de rivier en de uiterwaard en de beleving van de rivier vergroten.
Bij de Nederrijn/Lek komt de bodem stukken minder omhoog dan in de andere deeltrajecten waardoor minder rivierverruimingsmaatregelen benodigd zijn. Daardoor is de impact van deze ingrepen hier minder dan in de andere deeltrajecten.
Met de voorgenomen maatregelen wordt een meer toekomstbestendige ingreep gedaan in het riviersysteem. Op de locaties waar uiterwaarden verlaagd worden en nevengeulen gegraven worden zullen landschappelijke structuren mogelijk moeten wijken, maar hier kunnen nieuwe structuren voor teruggebracht worden. Deze ingrepen kunnen meer voorsorteren op de ontwikkeling van het rivierengebied waardoor de toekomstwaarde en de ruimtelijke kwaliteit kan toenemen.
In de deeltrajecten kunnen de zomerkades mogelijk verlaagd worden. Verlaging van de zomerkades kan een negatieve impact op de belevingswaarde hebben. Deze kades zijn vaak onderdeel van recreatieve routes door het rivierengebied. Verlaging van deze kades maakt dat de belevingswaarde van het rivierengebied afneemt. Deze verlaging van de belevingswaarde kan enigszins gecompenseerd worden door een toename van belevingswaarde door nieuwe natuurgebieden en recreatiegebieden.
In de Merwede en de Midden-Waal worden de buitendijkse reserveringen mogelijk aangesproken. Op deze locaties ontstaat een nieuwe inrichting waardoor de belevingswaarde toe kan nemen. In de Nederrijn/Lek worden geen bestaande of nieuwe Barro reserveringen aangesproken. In de IJssel en Maas worden mogelijk de bestaande reserveringen aangesproken en zullen wellicht nieuwe binnendijkse reserveringen benodigd zijn waardoor de belevingswaarde ook hier toe kan nemen.
In alle deeltrajecten (behalve in de Nederrijn/Lek) gaat de belevingswaarde beperkt omhoog (+). De gebruikswaarde neemt toe (+) doordat delen van het rivierengebied ingezet zullen moeten worden voor het verlagen van de waterstand, maar lang niet overal. De toekomstwaarde van het rivierengebied kent een positieve impact (++). Voor de ruimtelijke kwaliteit is de score daardoor samengevat (+) in het (richtinggevend) VKA.
In Nederrijn/Lek is de impact minder groot doordat de ingrepen hier minder groot zijn. Hier gaat de belevingswaarde beperkt omhoog (0/+). De gebruikswaarde neemt toe doordat maar een deel van het rivierengebied ingezet zal moeten worden voor de klimaatingrepen (+). De toekomstwaarde van het rivierengebied kent een matige positieve impact (0/+). Voor de ruimtelijke kwaliteit is de beoordeling van samengevat (0/+).
Beoordeling ruimtelijke ontwikkeling van het rivierengebied
In onderstaande tabel zijn de beoordelingen op regionale economische ontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit samengevat.
Tabel 9‑9 Totaalbeoordeling Rijntakken
Tabel 9‑10 Totaalbeoordeling Maas