Kosten en baten

Ter ondersteuning van de beleidskeuzes in het Programma IRM is er naast het PlanMER een kengetallen kosten-batenanalyse (KKBA) opgesteld. De KKBA is gericht op een globale raming van de kosten en baten van drie binnen IRM ontwikkelde 3 beleidsalternatieven alsmede die van het (richtinggevend) voorkeursalternatief (VKA). Met de term ‘kengetallen’ wordt aangegeven dat zowel kosten als baten meerendeels bepaald zijn op basis van beschikbare, globale kengetallen.

In de analyse is onderscheid gemaakt in de Rijn en de Maas. Onderdelen die als kosten in beeld zijn gebracht betreffen afvoercapaciteit, bodemherstel, PAGW, Milieukosten en synergie. De baten betroffen reductie in scheepvaartkosten, droogteschade, overstromingsrisico, kosten dijkversterking HBWP en zelfrealisatie.

Geconcludeerd is dat voor de Rijn de totale kosten voor de alternatieven varieert tussen de ca. 4,5 en ca. 10 miljard. De kosten zijn het hoogst voor alternatief 3 en het laagst voor alternatief 1. De baten voor de Rijn varieerde tussen de 0,2 en 2,2 miljard. De baten zijn het hoogst voor alternatief 2 en 3 en het laagst voor alternatief 1. De totale kosten voor de Maas ligt tussen de ca. 2 en 5 miljard. Hierbij zijn de kosten het hoogst voor alternatief 3 en het laagst voor alternatief 1. De baten van de Maas varieerde tussen 0,1 en 1,8 miljard. Ook hiervoor zijn de baten het hoogst voor alternatief 3 en het laagst voor alternatief 1.