Overige scheepvaart

Onder het milieuthema overige scheepvaart vallen de aspecten nautische veiligheid en doorvaarthoogte van hoofdvaarwegennet en aansluitende vaarwegen, havens en sluizen bij hoog water.

Nautische veiligheid

In het (richtinggevend) VKA wordt de bodem van de eroderende Rijntrajecten verhoogd naar het niveau van 2000. Dit zorgt ervoor dat met name bij vaste lagen en aansluitingen met havens de kans op incidenten (aanvaring met de bodem) afneemt. Met een hogere omliggende bodem is de drempelvorming namelijk minder en de waterdiepte boven de drempels groter (bijv. bij de vaste laag van Nijmegen waar frequent incidenten voorvallen). De hogere laagwaterstanden kan ook de congestie bij sluizen in enige mate verminderen doordat deze vaker en langer kunnen opereren. Met een hogere minst gepeilde diepte, die maatgevend is voor de bevaarbaarheid bij laagwater, kan er ook met een grotere beladingsgraad worden gevaren en neemt de scheepvaartintensiteit enigszins af t.o.v. de referentiesituatie. Ook dit is gunstig voor de nautische veiligheid. Daartegenover staat dat de uitvoerings- en onderhoudswerkzaamheden voor de bodem voor veel varend materieel in de vaarweg zorgen. Ook kunnen er door de rivierverruimingen meer locaties komen waar er hinderlijke dwarsstroming ontstaat. De optelsom van deze ontwikkelingen geeft een score (0/-) voor het (richtinggevend) VKA.

Voor de Maas gelden grotendeels dezelfde argumenten omtrent de nautische veiligheid. Hier speelt het gestuwde karakter en het gebruik kunnen maken van parallelle kanalen echter ook mee. Hierdoor zijn de effecten van de bodemligging (veel) kleiner dan bij de Rijntakken. Door het vasthouden van de bodem kunnen de stuwen wel (heel) iets vaker worden gestreken, wat de wachttijden bij de sluizen iets kan verkleinen. Daartegenover staat dat uiterwaardmaatregelen om afvoercapaciteit te creëren kunnen zorgen voor hinderlijke dwarsstromingen en slechtere zichtlijnen. De optelsom van deze ontwikkelingen geeft een score (0/-) voor het (richtinggevend) VKA.

Doorvaarthoogte van hoofdvaarwegennet en aansluitende vaarwegen, havens en sluizen bij hoog water

De doorvaarthoogte bij bruggen zullen met het (richtinggevend) VKA iets groter worden door het creëren van extra afvoercapaciteit en de daarmee gepaarde lagere waterstanden bij hoge afvoeren. In bepaalde situaties kan dit ertoe leiden dat schepen extra lading mee kunnen nemen (een extra laag containers). De score van het (richtinggevend) VKA is (0/+).

Totaalbeoordeling overige scheepvaart

In onderstaande tabellen is de beoordeling van het (richtinggevend) VKA op overige scheepvaart samengevat.

Tabel 9‑19 Totaalbeoordeling overige scheepvaart (richtinggevend) VKA Rijn

Deze tabel laat de totaalbeoordeling voor de milieueffecten van het beoordelingsaspect overige scheepvaart zien voor de Rijntakken, voor de drie alternatieven en het richtinggevend VKA. Deze beoordeling is toegelicht in de tekst voorafgaande aan de tabel.

Tabel 9‑20 Totaalbeoordeling overige scheepvaart (richtinggevend) VKA Maas

Deze tabel laat de totaalbeoordeling voor de milieueffecten van het beoordelingsaspect overige scheepvaart zien voor de Maas, voor de drie alternatieven en het richtinggevend VKA. Deze beoordeling is toegelicht in de tekst voorafgaande aan de tabel.