Wet- en regelgeving en (ander) beleid

Randvoorwaarde voor alle alternatieven is het beschermen van het achterland tegen overstromingen. Deze bescherming is geborgd door de in de Waterwet vastgelegde normering waaraan alle primaire waterkeringen uiterlijk in 2050 moeten voldoen. De binnen IRM onderzochte alternatieven richten zich niet op het voldoen aan de norm (dat is de opgave voor het HWBP), maar op de vergroting van de afvoer- en bergingscapaciteit van de rivieren, wat een effect heeft op de hydraulische belastingen en daarmee een bijdrage kan leveren aan de waterveiligheid.

Daarnaast is het uitgangspunt dat de alternatieven voldoen aan de kaders van internationale afspraken, wet- en regelgeving en bestaand beleid zoals bijvoorbeeld de Akte van Mannheim, Europese Verordening over het Trans-Europese Netwerk (TEN-T) voor vervoer, Vogel- en Habitat Richtlijn Natura 2000, Wet natuurbescherming, Kaderrichtlijn Water, Richtlijn over beoordeling en beheer van overstromingsrisico’s en Maasafvoerverdrag. Bestaand beleid waar de alternatieven aan moeten voldoen betreffen: Beleidslijn grote rivieren[1] en de bijbehorende beleidsregels, de beleidskeuze m.b.t. de afvoerverdeling bij hoogwater, ‘’Lek ontzien’’, de afspraak over verdeling van water tussen de IJssel en Nederrijn bij laag water[2], de waterakkoorden en peilbesluiten voor het hoofdwatersysteem, Natuurnetwerk Nederland, Nationaal Waterprogramma, Overstromingsrisico beheerplan, Voorkeursstrategie Deltaprogramma Rivieren en Richtlijnen Vaarwegen 2020. Mocht toch blijken dat het knelt tussen bepaalde programma’s, bestaand beleid en IRM, dan dient dit gesignaleerd te worden en besproken worden tussen de betrokken programma’s.

Er is sprake van wet- en regelgeving en (internationaal) beleid dat relevant is voor het programma IRM. Dit betreft o.a.:

  • Internationale Maascommissie

  • Internationale commissie ter bescherming van de Rijn

  • Internationale Centrale Commissie voor de Rijnvaart

  • Kaderrichtlijn Water (KRW)

  • Richtlijn overstromingsrisico’s (ROR)

  • Vogel en -habitatrichtlijn

  • Europese Drinkwaterrichtlijn (98/83/EC)

  • TEN-T

  • Nationale Omgevingsvisie (NOVI)

  • Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte (SVIR)

  • Mobiliteitsvisie 2050

  • Nationale Water Programma 2022-2027

  • Programmatische Aanpak Grote Wateren

  • Beleidstafel Droogte

  • Beleidsnota Drinkwater

  • Drinkwaterwet en besluit

  • Visie Erfgoed en Ruimte

  • Rivierdossier Rijndelta en Maas

  • Provinciale omgevingsvisies en -verordeningen

  • Natuurbeheerplannen

In bijlage 6 is een toelichting gegeven van dit beleid en is de relatie met IRM toegelicht.

  • 1 Dit betekent in principe dat er geen niet-riviergebonden activiteiten in het stroomvoerend regime mogen plaatsvinden, en geen waterstandsverhoging plaats mag vinden zonder compensatie. N.B. als blijkt dat dit niet haalbaar is kan IRM agenderend zijn voor aanpassing van het beleid.
  • 2 Dit gaat over de afspraak die hoort bij het stuwprogramma van stuw Driel (minimaal 30 m3/s via Nederrijn, zo lang mogelijk 285 m3/s via IJssel). De beleidskeuze voor bodem heeft hier invloed op.