Gevolgen voor omliggend gebied
Gevolgen voor beken en regionaal watersysteem
Maatregelen die het hoofdwatersysteem beïnvloeden, kunnen in principe een effect hebben op het regionaal watersysteem, verbonden beken en inlaatpunten. De belangrijkste effecten die in deze fase beschouwd kunnen worden hebben een duidelijke relatie met hoogwaterstanden in de rivier en laagwaterstanden in de rivier. Als de laagwaterstanden (tijdens droge periodes) in de rivier omhoog gaan, zal het makkelijker worden om water in te laten op inlaatpunten, en als hoogwaterstanden omlaag gaan bij piekafvoeren zal het langer mogelijk blijven om water af te voeren van het regionale systeem naar het hoofdwatersysteem. Hoewel de effecten op het regionaal watersysteem – en beken in het bijzonder – in dit MER niet expliciet beoordeeld worden, worden de effecten op laagwaterstand en effecten op inlaatpunten beoordeeld in paragraaf 6.2 'laagwaterstanden' en paragraaf 7.5 'beschikbaarheid drink- en industriewater'. Effecten op hoogwaterstanden worden beoordeeld in paragraaf 6.1 'hoogwaterstanden' en paragraaf 7.4 'doorvaarthoogte van hoofdvaarwegennet en aansluitende vaarwegen, havens en sluizen bij hoog water'.
Maatregelen in het regionale systeem (zoals klimaatbuffers en/of het vergroten van infiltratie naar de (diepere) ondergrond) kunnen effect hebben op het hoofdwatersysteem. Dergelijke maatregelen in het regionale systeem kunnen de afvoer naar het hoofdwatersysteem vertragen. Deze maatregelen zijn echter in het kader van IRM (nog) niet verder beschouwd.
Reikwijdte van grondwaterstandseffecten
Voorliggend MER kijkt niet expliciet naar de reikwijdte van grondwaterstandseffecten. In het nulalternatief is echter wel in beeld gebracht wat het effect is van een dalende rivierbodem op de dalende grondwaterstand alsmede de reikwijdte daarvan. Voorgestelde maatregelen binnen IRM trachten deze ontwikkeling (erosie, zakkende grondwaterstand, en verdroging) te beperken. De reikwijdte van de effecten zoals getoond in het nulalternatief kan dus beschouwd worden als een maximum reikwijdte (zie onderstaande figuren).
Figuur 2‑9 Verandering in grondwaterstand (GHG,GVG en GLG) als gevolg van veranderingen in rivierbodemligging (Levelt et al., 2022)