Regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit

Onder het IRM doel regionale ontwikkeling met versterking van de ruimtelijke kwaliteit vallen de aspecten regionale economische ontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit.

Regionale economische ontwikkelingen

Deze paragraaf beoordeelt de huidige situatie (anno 2022) en de referentiesituatie (anno 2050) voor het onderwerp ‘’regionale economische ontwikkelingen en ruimtelijke kwaliteit’’. Per onderwerp wordt voor de verschillende rivier trajecten bekeken wat de alternatieven betekenen voor de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling.

Huidige situatie

De huidige situatie kent een intensief gebruik in zowel rivier als uiterwaard. Ieder stukje grond in de uiterwaarden één of meerdere gebruiksfuncties. Er is beperkte ruimte voor nieuwe ontwikkelingen, dat is te vinden in slimme koppelingen en combinaties van gebruik. Bijvoorbeeld door het samengaan van (water)recreatie, waterberging en natuur. Daarmee is in de huidige situatie maar beperkte ruimte aanwezig voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen en verbetering van de aanwezige functies.

Dit is het geval voor alle vier de deeltrajecten; 1) Boven Rijn/Waal/Boven Merwede, 2) Nederrijn/Lek, 3) Pannerdensch Kanaal/IJssel//Vecht/Zwarte Water en 4) Maas. De verschillende deeltrajecten kennen allen een hoge mate van gebruik en zeer beperkte ruimte voor extra ontwikkelingen. De onderlinge verschillen tussen de trajecten is op deze schaal verwaarloosbaar.

Op basis van de bovenstaande situatie is voor het gehele rivierengebied een ‘oranje’ beoordeling toegekend aan de huidige situatie voor regionale economische ontwikkelingen; er is slechts beperkte ruimte voor ontwikkelingen (zoals riviergebonden bedrijvigheid, (water)recreatie, natuurinclusieve landbouw, ed) in de uiterwaarden.

Referentiesituatie

Algemeen

De toekomstige lagere bodemligging heeft negatieve invloed op de mogelijkheden voor regionale economische ontwikkelingen in het rivierengebied. Een lagere bodemligging zal leiden tot lagere grondwaterstanden en verdroging, dit legt meer druk op aanwezige functies zoals natuur en Landbouw. De extra investeringen in de dijkversterking zorgen ervoor dat ter hoogte van de dijk de ruimte voor andere ontwikkelingen achteruitgaat. De verschillende benodigde veiligheidsmaatregelen zullen een extra ruimtelijke claim op het rivierengebied leggen waardoor deze beperkte ruimte verder onder druk komt te staan. De voortgezette sedimentonttrekking uit het zomerbed (baggerwerkzaamheden) zal onderwater plaats vinden en heeft geen invloed op de mate waarin er ruimte is voor andere ontwikkelingen in het rivierengebied. Sediment onttrekking uit het winterbed kan gunstig zijn voor ruimtegebruik aangezien deze vaak gekoppeld is aan de ontwikkeling van natuur en recreatie.

Rijn

Kijkend naar de Rijn zal in de Boven Rijn/Waal/Boven Merwede de laagwaterstand door daling van de bodemligging afnemen. Dit heeft geen een negatieve invloed op de ruimte voor andere bestaande en nieuwe ontwikkelingen. Daarnaast nemen de hoogwaterstanden toe als gevolg van klimaatverandering, met negatieve gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling van bijvoorbeeld campings, landbouw en andere ontwikkelingen. Ook in Pannerdensch Kanaal/IJssel//Vecht/Zwarte Water zal de laagwaterstand door daling van de bodemligging afnemen. Dit heeft een negatieve invloed op de ruimte voor bestaande en nieuwe ontwikkelingen. Ook hier nemen de hoogwaterstanden toe als gevolg van klimaatverandering, met negatieve gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling van bijvoorbeeld campings, natuurinclusieve landbouw en andere ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld drinkwaterwinning of bouwgrondstoffen. Daarnaast zullen alleen lopende projecten in de rivier doorgang vinden zoals het Rivierklimaatpark IJsselpoort. Deze ontwikkeling maakt dat hier mogelijkheden liggen voor andere ontwikkelingen samen met het Rivierklimaatpark. In Nederrijn/Lek vinden geen grote veranderingen of projecten plaats die de mogelijkheden voor ruimtelijke ontwikkeling positief of negatief beïnvloeden.

Maas

Voor de Maas zal het project Meanderende Maas uitgevoerd worden. Deze ontwikkeling maakt de koppeling met onder andere natuur en recreatie.

De verschillen voor ruimtelijke ontwikkeling in de deeltrajecten wisselen elkaar af in positieve en negatieve zin. Het totale effect is daardoor marginaal ten opzichte van de veranderingen in het gehele rivierengebied. Er is naar aanleiding van bovenstaande beschrijving een ‘oranje’ beoordeling toegekend aan de referentiesituatie voor regionale economische ontwikkelingen. De mogelijkheden voor regionale economische ontwikkelingen in het rivierengebied zullen zeer beperkt afnemen.

Ruimtelijke kwaliteit

Deze paragraaf beoordeelt de huidige situatie (anno 2022) en de referentiesituatie (anno 2050) voor het onderwerp ‘’ruimtelijke kwaliteit’. Per onderwerp wordt voor de verschillend rivier trajecten bekeken wat de bovenstaande ontwikkelingen betekenen.

Huidige situatie

De ruimtelijke kwaliteit in het rivierengebied is groot en staat onder druk. Natuurgebieden, oude kernen aan de dijk, de rivier, strangen, scheepvaart, allen zijn een onderdeel van de ruimtelijke kwaliteit van de rivier. De vele functies die plaatsvinden en het recreatieve gebruik hebben daarnaast een beperkende invloed op de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied.

Dit is het geval in alle vier de deeltrajecten; 1) Boven Rijn/Waal/Boven Merwede, 2) Nederrijn/Lek, 3) Pannerdensch Kanaal/IJssel//Vecht/Zwarte Water en 4) Maas. De verschillende deeltrajecten kennen allen een hoge mate van gebruik en zeer beperkte ruimte voor extra ontwikkelingen. De onderlinge verschillen tussen de trajecten is op deze schaal verwaarloosbaar. Alle deeltrajecten kennen een duidelijke gebruikswaarde, belevingswaarde en toekomstwaarde.

De uiterwaarden zijn voor de recreant ontsloten met wandelpaden en fietspaden. Langs de rivier liggen soms strandjes en verspreid langs de rivieren liggen havens. Al deze elementen dragen bij aan de gebruikswaarde van het rivierengebied. Ander gebruik zoals delfstoffenwinning en bedrijvigheid zorgen dat de gebruikswaarde van de uiterwaarden kan veranderen.

Vanaf de dijken kan men de uiterwaarden en de rivier goed beleven. Ook de vele wandelpaden en fietspaden in de uiterwaarden dragen bij aan deze belevingswaarden. Grotere afgesloten natuurgebieden zorgen voor een afname van de toegankelijkheid en belevingswaarde van het rivierengebied. Daartegenover staat dat delfstoffenwinning de uiterwaarden verandert en ervoor kan zorgen dat er nieuwe functies en een nieuwe beleving wordt toegevoegd. Ook het agrarisch gebruik in de uiterwaarden draagt bij aan de beleving ervan. Het rivierengebied is door de jaren heen steeds weer aangepast op veranderende inzichten, de laatste jaren is het vizier daarbij steeds meer op de lange termijn gericht. Door de snelle mate van aanpassingen in het rivierengebied hebben waarden weinig tijd om zich goed te ontwikkelen en is de toekomstwaarde kleiner. Ook maakt de kleine maat van deze verschillende landschappen dat de toekomstwaarde van al deze verschillende landschappen kleiner is.

Op basis van bovenstaande beschrijving is voor het gehele rivierengebied een ‘oranje’ beoordeling toegekend aan de huidige situatie voor ruimtelijke kwaliteit, de ruimtelijke kwaliteit (in de zin van de belevingswaarde, de gebruikswaarde en de toekomstwaarde) in de uiterwaarden.

Referentiesituatie

Algemeen

De lagere bodemligging heeft een verlaagde de bodemwaterstand tot gevolg en kan voor verdroging zorgen. Dit heeft negatieve invloed op de aanwezige natuur en landbouw en kan daarmee de belevingswaarde, gebruikswaarde en toekomstwaarde verlagen. De extra investeringen in de dijkversterking zorgen ervoor dat er meer aan de dijk gewerkt wordt. Dit maakt dat de gebruikswaarde en belevingswaarde van het rivierengebied, vanaf de dijk vergroot kunnen worden door nieuwe fietspaden en duidelijke zichtpunten. De verschillende benodigde veiligheidsmaatregelen zullen zorgen voor nieuwe lokale ingrepen in het rivierengebied waarbij de belevingswaarde en gebruikswaarde vergroot kan worden.

De voortgezette sedimentonttrekking (baggerwerkzaamheden) vindt alleen in het zomerbed plaats en heeft daardoor geen invloed op de belevingswaarde en de gebruikswaarde van het rivierengebied. De toekomstwaarde van het rivierensysteem neemt af er ontstaat een minder duurzame en toekomstbestendige situatie doordat er nog steeds zand aan het systeem onttrokken wordt.

Rijn

In de Boven Rijn/Waal/Boven Merwede zal de waterstand door daling van de bodemligging afnemen. Dit zal een negatief effect hebben op de aanwezige landbouw, natuur, het landschap en cultuurhistorische elementen in het rivierengebied. De belevingswaarde van deze landschappen zal achteruitgaan. De gebruikswaarde kan een beetje omhooggaan doordat meer delen van de uiterwaarden toegankelijk kunnen worden door de waterstandsverlaging.

In de Nederrijn/Lek zijn de veranderingen in de bodemligging voor de ruimtelijke kwaliteit beperkt en daarmee neutraal.

In Pannerdensch Kanaal/IJssel//Vecht/Zwarte Water zal de waterstand door daling van de bodemligging afnemen. Met name ter hoogte van het Pannerdensch Kanaal. Dit kan door grondwaterstandsdaling een negatief effect hebben op de aanwezige landbouw en natuur. Daarnaast zullen alleen lopende projecten in de rivier doorgang vinden zoals het klimaatpark. Aanleg van dit project maakt dat de gebruikswaarde en belevingswaarde in dit gebied toe zal nemen. Ondanks dat dit deeltraject iets meer mogelijkheden voor ruimtelijke kwaliteit kent is de totale impact daarvan klein.

Maas

In de Maas zal het project Meanderende Maas uitgevoerd worden. Aanleg van dit project maakt dat de gebruikswaarde en belevingswaarde in dit gebied mogelijk toe kan nemen. Ondanks dat dit deeltraject iets meer mogelijkheden voor ruimtelijke kwaliteit kent is de totale impact daarvan klein en vindt ook hier een verdere erosie van het zomerbed plaats (met een waterstandsverlagend effect als gevolg, inclusief de negatieve gevolgen daarvan).

De impact voor ruimtelijke kwaliteit in de deeltrajecten is marginaal. Er is naar aanleiding van bovenstaande beschrijving een ‘oranje’ beoordeling toegekend aan de referentiesituatie voor ruimtelijke kwaliteit voor alle deeltrajecten.

Totaalbeoordeling

De beoordeling gerelateerd aan het doel ruimtelijke ontwikkeling van het rivierengebied is in onderstaande tabel samengevat.

Tabel 5-6 Totaalbeoordeling Rijntakken en Maas

Deze tabel laat de totaalbeoordeling voor het beoordelingsaspect regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit zien voor de Rijntakken en de Maas, voor de huidige situatie en de referentiesituatie. Deze beoordeling is toegelicht in de tekst voorafgaande aan de tabel.