Probleemanalyse

Door klimaatverandering hebben we steeds vaker te maken met extreme weersomstandigheden en de gevolgen daarvan. Steeds vaker hebben we te maken met zeer warme, zeer natte en zeer droge perioden en met de bijbehorende extreem hoge of juist heel lage rivierafvoeren. Maar er is meer aan de hand. In de afgelopen eeuwen is van alles gedaan om de rivieren te beteugelen, om de rivieren bevaarbaar en het rivierengebied veilig bewoonbaar te houden. Hiervoor zijn constructies aangelegd, zoals dijken, kribben, strekdammen en stuwen. Deze maatregelen legden het rivierbed en de vaarweg vast. Ook zijn bochten in de rivier afgesneden en grote delen van de overstromingsvlakte bedijkt. Het regionale watersysteem is ook beteugeld, evenals het bovenstroomse delen van stroomgebieden in Duitsland en België.

Deze afbeelding laat het oppervlak van overstroombare ruimte van de Maas en de Rijntakken zien. Sinds 1850 is het oppervlak van overstroombare ruimte van de Maas en de Rijntakken meer dan gehalveerd.

Figuur 2‑5 Oppervlak overstroombare ruimte voor de Maas en de Rijntakken (Systeembeschouwing Rijn en Maas, 2022)

Sinds de 19e eeuw is er sprake van een forse afname van de overstroombare ruimte van de rivier (zie grafieken hieronder). Door bedijking is de rivier in een steeds krapper keurslijf komen te liggen. Ook het gebruik van het buitendijkse gebied is in deze periode veranderd naar een intensievere vorm van grondgebruik voor met name de landbouw. Door de insnoering van de rivieren is er minder hydro- en morfodynamiek in het rivierengebied, terwijl deze dynamiek juist zo bepalend is voor de kwaliteit van de riviernatuur.

Deze beide oorzaken, klimaatverandering en bewuste ingrepen en constructies, leiden tot problemen in het riviersysteem.